Note d’intention
KINESIS - Corps en mouvement - Résonances du silence
Dans le grand salon d’un hôtel de maître bruxellois de la fin du XIXe siècle, deux danseuses évoluent, tour à tour vêtues ou nues, dans la lumière grise et veloutée d’un jour d’automne.
Les murs chargés d’histoire, les miroirs, les parquets, les tentures deviennent témoins d’un dialogue silencieux entre les corps et l’espace. La photographie, en noir et blanc, s’y fait voix d’ombre et de clarté.
Ce projet explore la correspondance entre le mouvement dansé et le mouvement intérieur — cette pulsation invisible qui anime le corps avant même qu’il ne se déploie.
Saisir la danse dans l’instant photographique, c’est tenter de fixer non le geste mais le souffle qui le précède et le prolonge.
C’est approcher cette limite où le corps devient lumière, où la tension se fait grâce, où l’élan suspendu devient révélation.
Renée Vivien écrivait :
« Ton corps est un poème, et chaque ligne enivre.
Le mouvement y parle un langage sans mots. »
Cette phrase résonne ici comme un manifeste : la danse devient écriture du corps, et la photographie, tentative d’instantané en vue d’une lecture.
Les poses, les élans, les pauses — chaque instant est une syllabe de ce poème charnel.
La nudité n’est pas ici dévoilement mais pureté du geste, retour à l’essence du mouvement, affranchie des conventions, des costumes et du regard codifié.
En écho, les vers d’Anna de Noailles, dans L’Ombre des jours (1902), rappellent la vitalité du corps :
« Le corps souple et vibrant se dénoue et s’élance,
Et la flamme du sang devient rythme et cadence. »
Cette flamme est celle que l’objectif cherche à capter — le passage du sang à la lumière, du mouvement à la trace.
La danse, figée par l’obturateur, ne s’achève pas : elle continue à vibrer dans la photographie, à respirer entre les noirs et les blancs, à murmurer la mémoire du geste.
Ainsi, cette série est une méditation sur la présence, sur la transmutation du mouvement en image, sur ce qui demeure lorsque tout s’est effacé.
L’hôtel de maître, avec sa lumière tamisée et ses résonances anciennes, offre un écrin où passé et présent se superposent, où la rigueur architecturale dialogue avec la liberté organique du corps.
Ce travail se situe à la croisée de la photographie et de la chorégraphie, du visible et de l’invisible.
Il cherche à rendre perceptible la musique intérieure du corps, cette part de silence où naît le geste avant de se dire.
Marc Philippe LEGEIN 2 novembre 2025
Artist’s Statement
KINESIS – Bodies in Motion – Resonances of Silence
In the grand salon of a late-19th-century Brussels townhouse, two dancers move—at times clothed, at times nude—in the soft, grey light of an autumn day.
The walls steeped in history, the mirrors, the parquet floors, the draperies all bear witness to a silent dialogue between body and space.
Here, black-and-white photography becomes a voice of shadow and light.
This project explores the correspondence between danced movement and inner movement — that invisible pulse that animates the body before it unfolds.
To capture dance in the photographic instant is not to fix the gesture, but the breath that precedes and prolongs it.
It is to approach that threshold where the body becomes light, where tension turns to grace, where suspended momentum becomes revelation.
Renée Vivien once wrote:
“Your body is a poem, and every line intoxicates.
Movement speaks a language without words.”
This phrase resounds here as a manifesto: dance becomes the writing of the body, and photography a fleeting attempt at reading it.
Poses, impulses, pauses — each instant is a syllable of this carnal poem.
Nudity is not unveiledness but purity of gesture, a return to the essence of movement, freed from convention, costume, and codified gaze.
In echo, the verses of Anna de Noailles in L’Ombre des jours (1902) remind us of the body’s vitality:
“The supple, quivering body loosens and takes flight,
And the flame of blood becomes rhythm and cadence.”
It is this flame that the lens seeks to capture — the passage from blood to light, from movement to trace.
Dance, frozen by the shutter, does not end: it continues to vibrate within the photograph, to breathe between blacks and whites, to whisper the memory of the gesture.
Thus, this series is a meditation on presence — on the transmutation of movement into image, on what remains when all else has faded.
The townhouse, with its muted light and ancient resonances, offers a setting where past and present overlap, where architectural rigor converses with the body’s organic freedom.
This work stands at the crossroads of photography and choreography, of the visible and the invisible.
It seeks to render perceptible the body’s inner music — that portion of silence where the gesture is born before being spoken.
Marc Philippe Legein
2 November 2025
Intentienota
KINESIS – Lichamen in Beweging – Resonanties van de Stilte
In de grote salon van een Brussele herenwoning uit het einde van de 19e eeuw bewegen twee danseressen – soms gekleed, soms naakt – in het zachte, grijze licht van een herfstdag.
De met geschiedenis beladen muren, de spiegels, de parketvloeren en de gordijnen worden getuigen van een stille dialoog tussen lichaam en ruimte.
De zwart-witfotografie wordt hier een stem van schaduw en helderheid.
Dit project onderzoekt de samenhang tussen de gedanste beweging en de innerlijke beweging — die onzichtbare puls die het lichaam bezielt nog vóór het zich ontvouwt.
De dans in een fotografisch ogenblik vastleggen betekent niet het gebaar bevriezen, maar de adem vatten die eraan voorafgaat en die het verlengt.
Het is naderen tot die grens waar het lichaam licht wordt, waar spanning in gratie verandert, waar de opgeschorte beweging openbaring wordt.
Renée Vivien schreef:
“Jouw lichaam is een gedicht, en elke regel bedwelmt.
De beweging spreekt een taal zonder woorden.”
Deze zin weerklinkt hier als een manifest: de dans wordt de schriftuur van het lichaam, en de fotografie een poging tot lezen in één enkel ogenblik.
De houdingen, de impulsen, de pauzes — elk moment is een lettergreep van dit zinnelijke gedicht.
Naaktheid is hier geen ontbloting, maar de zuiverheid van het gebaar, een terugkeer naar de essentie van de beweging, bevrijd van conventies, kostuums en gecodificeerde blikken.
De verzen van Anna de Noailles in L’Ombre des jours (1902) echoën de levenskracht van het lichaam:
“Het soepele, trillende lichaam ontspant en vliegt op,
En de vlam van het bloed wordt ritme en cadans.”
Het is deze vlam die de lens tracht te vatten — de overgang van bloed naar licht, van beweging naar spoor.
De dans, stilgezet door de sluiter, eindigt niet: ze blijft trillen in de foto, ademen tussen zwart en wit, fluisteren de herinnering aan het gebaar.
Zo is deze reeks een meditatie over aanwezigheid, over de transmutatie van beweging in beeld, over wat blijft wanneer alles vervaagd is.
Het herenhuis, met zijn getemperd licht en oude weerklanken, biedt een decor waarin verleden en heden elkaar overlappen, waar architectonische strengheid in dialoog treedt met de organische vrijheid van het lichaam.
Dit werk bevindt zich op het kruispunt van fotografie en choreografie, van het zichtbare en het onzichtbare.
Het wil de innerlijke muziek van het lichaam hoorbaar maken — dat deel van de stilte waarin het gebaar geboren wordt voordat het wordt uitgesproken.
Marc Philippe Legein
2 november 2025
